Hervorming van de werkloosheidsuitkering

Publicatiedatum

Auteur

Sam Dewulf

Deel dit artikel

Wie zijn werk verliest, heeft recht op een werkloosheidsuitkering. Dat is niet meer dan logisch. Mensen moeten ondersteund worden tijdens hun nieuwe zoektocht naar een job. Maar wie werk, opleiding én begeleiding weigert, kan niet eindeloos een werkloosheidsuitkering krijgen.

De arbeidskrapte is nergens zo hoog als in West-Vlaanderen. Wie zijn werk verliest kan dus relatief snel terug ergens aan de slag of kan een opleiding volgen om zich te heroriënteren. We willen werkzoekenden dan ook stimuleren om zo snel mogelijk (opnieuw) te gaan werken of zich om te scholen. Dit heeft een positieve impact op zowel de werkzoekende als de werkgever maar ook op de samenleving in haar geheel. Daarom hervormen we de werkloosheidsuitkering: eenvoudiger, sociaal rechtvaardiger én meer activerend mét een duidelijke grens: wie 3 jaar lang weigert te werken, verliest het recht op een uitkering.

Werkloosheidsuitkering in de tijd beperken

We beperken de werkloosheidsuitkering tot 36 maanden voor wie geen 20 jaren anciënniteit kan voorleggen. Voor wie langer dan 20 jaar gewerkt heeft, wordt deze beperkt tot 48 maanden. 55+ers die langer dan 20 jaar gewerkt hebben, krijgen een uitzondering op deze beperking.

De werkloosheidsuitkering kan alleen stopgezet worden als blijkt dat de werkzoekende voldoende begeleiding en ondersteuning door de bevoegde arbeidsbemiddelingsdiensten heeft gekregen. De arbeidsbemiddelingsdienst moet bovendien ten laatste zes maanden voor de eventuele stopzetting van de uitkering, een ultiem aanbod doen van een opleiding, passend werkaanbod of een mogelijkheid tot toeleiding tot de sociale economie, als werk op de reguliere arbeidsmarkt niet mogelijk blijkt. Langdurig werkzoekenden worden zo na drie jaar overgedragen aan de Gewesten die instaan voor de verdere begeleiding en opvolging. Het is aan de Gewesten om deze begeleiding concreet vorm te geven. Wie zijn werkloosheidsuitkering verliest en aan de voorwaarden voldoet, kan dan een leefloon ontvangen.

Degressiviteit werkloosheidsuitkering versterken

We maken de werkloosheidsuitkering meer activerend door sterkere financiële prikkels te geven aan werklozen om effectief een baan te zoeken en te aanvaarden. cd&v wil de werkloosheidsuitkering in de eerste maanden verhogen zodat werkzoekenden alle ruimte hebben om op zoek te gaan naar een duurzame job. Het is in deze eerste maanden dat de meeste werkzoekenden opnieuw aan de slag gaan. Nadien moeten we zorgen dat de financiële prikkels voldoende groot en helder zijn: de werkloosheidsuitkeringen moeten sneller dalen en op minder momenten. 

In de eerste zes maanden verhogen we het bedrag van de uitkering om mensen te ondersteunen in hun zoektocht naar werk. Na zes maanden maken we de financiële prikkel om aan het werk te gaan groter door het aantal fases van de verschillende uitkeringsniveaus te verminderen, lees: in grotere stappen dalen. Daarnaast zorgen we voor een betere waardering van opleidingen voor knelpuntberoepen door het bedrag van de werkloosheidsuitkering niet te laten dalen voor wie een opleiding voor een knelpunt beroep volgt of een voldoende intensieve opleiding volgt voor een competentieversterking zoals een taalopleiding. 

Een deftig inkomen en pensioen

Werken moet lonen

Onze fiscaliteit is uit balans. Ze is niet langer aangepast aan de noden van onze samenleving en economie. Zo is ze vandaag nog altijd gericht op mensen die trouwen, meerdere kinderen krijgen, een vrijstaand huis bouwen, elk een wagen bezitten die op fossiele brandstof rijdt en 40 jaar voor dezelfde werkgever werken. De realiteit heeft dit fiscaal model ingehaald.

Het plan generatie ervaring: pensioenen

In het 'plan generatie ervaring' gaat cd&v voor betere, flexibele en rechtvaardige pensioenen.

Pensioen voor meewerkende echtgenoten

Sinds 2023 hebben meewerkende echtgenoten toegang tot het minimumpensioen